Advocaat-stage

ALGEMEEN

Advocaat-stagiaires die drie jaar ná de beëdigingsdatum niet beschikken over het certificaat van de beroepsopleiding én de stageverklaring worden van het tableau geschrapt. Indien een advocaat-stagiaire na verloop van zijn eerste drie jaar naar de mening van de Orde van Advocaten Amsterdam nog niet over voldoende kennis en ervaring beschikt, kan de Orde van Advocaten Amsterdam de duur van de advocaat-stage met zes maanden verlengen. Het is zaak om ervoor te zorgen tijdig over de vereiste kennis en ervaring te beschikken. De vereiste kennis en ervaring waarover een advocaat-stagiaire dient te beschikken verschilt naar gelang de beëdigingsdatum van de advocaat-stagiaire.

Direct naar
opleidingsmaatregelen en Stagebesluiten
  • Het Stagebesluit 2024 geldt voor iedereen die is beëdigd ná 1 september 2023;
  • Het Stagebesluit 2022 geldt voor iedereen die is beëdigd ná 14 mei 2022;
  • Onderstaand wordt de regelgeving per 2 januari 2024 uiteengezet.
  • De (overige) regelgeving is ook hier te vinden. 
Opleidingscriteria

Een Amsterdamse advocaat-stagiaire krijgt een stageverklaring indien de advocaat-stagiaire na de duur van de stage aan de volgende vereisten voldoet:

  • de advocaat-stagiaire beschikt over het certificaat beroepsopleiding;
  • de advocaat-stagiaire heeft (ten minste) 2 lezingen georganiseerd door de Jonge Balie Amsterdam bijgewoond (1 PO-punt per lezing);
    NB: Je mag tot 4 maanden voor je beëdiging lezingen volgen die mee kunnen tellen tijdens je stage.
  • de advocaat-stagiaire heeft het seminar van Justitia (2 PO-punten) bijgewoond in het eerste jaar van de advocaat-stage (tenzij toestemming is verleend Justitia op een later moment in de stage bij te wonen);
    NB: Indien het Justitia-seminar wordt bijgewoond in de periode 4 maanden voorafgaand aan de beëdiging, telt dit bijwonen mee.
  • de advocaat-stagiaire heeft 6 PO-punten verdiend door het volgen van lezingen georganiseerd door de Jonge Balie Amsterdam of ander(e) onderwijs/PO-cursussen. Deze punten moeten worden behaald bij een andere onderwijsinstelling dan het kantoor waar de advocaat-stagiaire werkzaam is. Voorwaarde is dat het om een open inschrijving gaat; 
    NB: Indien de opleidingspunten minder dan 4 maanden vóór de beëdiging zijn behaald kunnen de opleidingspunten nog meetellen.
    NB: Incompany cursussen, de Law Firm School en webinars vallen niet onder externe opleidingspunten.
  • de advocaat-stagiaire heeft een voldoende behaald voor de pleitoefening;
  • de advocaat-stagiaire is 5 keer in rechte opgetreden in procedures op tegenspraak en de patroon heeft ten minste één pleidooi of mondelinge behandeling bijgewoond;
  • de advocaat-stagiaire heeft 10 stukken, waarvan ten minste 7 processtukken, vervaardigd, waarvan tenminste 5 op eigen naam;
  • de advocaat-stagiaire heeft op twee van de drie rechtsgebieden burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht, bestuursrecht en bestuursprocesrecht of strafrecht en strafprocesrecht ervaring opgedaan of, indien dat niet mogelijk is, op meerdere sub-rechtsgebieden binnen een van deze rechtsgebieden; en
  • de raad van de orde, gehoord de patroon en de advocaat-stagiaire, oordeelt dat de advocaat-stagiaire over voldoende praktijkervaring beschikt.
Welke proceservaring is puntwaardig?
Mondelinge punten

Proceservaring dient te worden opgedaan onder begeleiding van een ervaren advocaat. Uitgangspunt is dat alleen een procedure op tegenspraak meetelt als optreden in rechte. Ook een optreden voor een Europese Commissie, in arbitrages, bij de NMA, in bezwaar- of beroepschriftprocedures bij een overheidsinstantie, en vergelijkbare instanties, kan meetellen als optreden in rechte. Een optreden in mediation mag éénmaal meetellen als optreden in rechte. Voorbeelden van zittingen die niet meetellen:

  • faillissementszitting;
  • verificatie zitting in faillissement;
  • Wet-Mulder zittingen;
  • Pro forma zitting strafrecht;
  • strafrechtelijk/FIOD verhoor;
  • descente; en
  • zitting Raad van Discipline/Hof van Discipline, wanneer de advocaat-stagiaire zelf beklaagde is
NB: hoorzitting in het bestuursrecht en civiele getuigenverhoren tellen wel mee.
 

Voor al deze handelingen geldt “nee, tenzij”. Indien aantoonbaar, bijvoorbeeld door een proces-verbaal, tijdens de pro forma zitting of descente wel een inhoudelijk juridische kwestie is besproken, kan eventueel een dergelijke zitting wel meetellen. De advocaat-stagiaire moet een extra motivering geven. De huis-, tuin- en keuken zaken die elke burger zelf doet, tellen niet mee.

Processtukken

Een goede richtlijn om te beoordelen of een processtuk (of optreden in rechte) kan meetellen voor de proceservaring is of daarvoor een juridische opleiding nodig is. Bij een akte overlegging producties is dat bijvoorbeeld niet het geval. De processtukken moeten juridisch inhoudelijk ergens over gaan.

De advocaat-stagiaire heeft 10 stukken, waarvan ten minste 7 processtukken vervaardigd, waarvan tenminste 5 op eigen naam. Indien de advocaat-stagiaire niet volledig zelf het processtuk heeft vervaardigd, moet hij aantoonbaar een aanzienlijk aandeel daarin gehad hebben en moet het een omvangrijke/ingewikkelde aangelegenheid betreffen. De advocaat wiens naam op het processtuk staat vermeld, dient schriftelijk te verklaren dat de advocaat-stagiaire het processtuk of een aanzienlijk deel daarvan heeft gemaakt.

Aangezien een pleitnotitie inhoudelijk dezelfde materie omvat als het pleidooi is het niet mogelijk om beide te laten meetellen voor de proceservaring. Indien het om dezelfde zaak gaat kan worden gekozen om de pleitnotitie als processtuk te laten meetellen of het optreden in rechte.

Voorbeelden van processtukken die niet meetellen:

  • faillissementsrekest;
  • verzoekschrift teboekstelling luchtvaartuig;
  • beroepschrift curatorium beroepsopleiding (voor advocaat-stagiaire zelf noch een ander);
  • bezwaarschrift parkeerboete/snelheidsovertreding/Wet-Mulder zaken;
  • appeldagvaarding zonder grieven;
  • akte overlegging producties;
  • UWV aanvraag ontslagvergunning;
  • verweer tuchtzaak Raad van Discipline/Hof van Discipline, wanneer de advocaat-stagiaire zelf beklaagde is;
  • klacht tegen politieoptreden;
  • anticipatie exploot;
  • verzoek om onderzoekshandelingen ex art. 182 Sv; en
  • teruggave inbeslag genomen goederen Sv.

Voor verdere vragen over proceservaring en opleidingsverplichtingen zie de toelichting proceservaring en opleidingsverplichtingen.

Verlenging

Op grond van artikel 9b lid 2 van de Advocatenwet kan de raad van de Orde van Advocaten Amsterdam de duur van de stage verlengen, indien de advocaat-stagiaire niet over voldoende praktijk- en/of proceservaring beschikt. De Orde van Advocaten Amsterdam heeft bepaald de raad van de orde de stage verlengt, indien het aannemelijk is dat voor het einde van de termijn de stagiaire alsnog over voldoende praktijkervaring beschikt en dat de ontbrekende verplichtingen binnen die nadere termijn zijn vervuld. Indien na afloop van de verlenging niet is voldaan aan de vereisten voor afgifte van de verklaring van voltooide stage onderzoekt de deken de mogelijkheid van toepassing van artikel 46f Advocatenwet (dekenbezwaar).

Vragen of Verdere informatie

Heb je na het lezen van bovenstaande nog steeds vragen? Kijk dan op de FAQ van de Orde van Advocaten Amsterdam of op de informatiepagina voor stagiares.

To top